Werkboek lessen
307. Tegenstrijdige wensen kunnen mijn wil niet zijn
308. Dit ogenblik is de enige tijd die er is
10. Wat is het Laatste Oordeel?
311. Ik beoordeel alles zoals ik wil dat het is
312. Ik zie alles zoals ik wil dat het is
313. Laat nu een nieuwe waarneming tot mij komen
314. Ik zoek een toekomst die van het verleden verschilt
315. Alle geschenken die mijn broeders geven, horen mij toe
316. Alle geschenken die ik mijn broeders geef, zijn de mijne
317. Ik volg de mij aangewezen weg
318. In mij zijn middel en doel van de verlossing één
Miracles in Contact ontmoetingszondag 6 november 2016
Paul Goudsmit - Een klein beetje bereidwilligheid
Het gaat niet om een makkelijker leven zonder pijn of verdriet; het gaat om het in vrede kunnen zijn met alles wat je voelt.
Paul nodigt ons in zijn interactieve workshop uit om met aandacht, liefde en nieuwsgierigheid naar onze eigen angst, pijn en verdriet te kijken, om dit dan te zien transformeren tot de Liefde die
het altijd al geweest is.
Waar wij ons hele leven bezig zijn onze pijn te verminderen of ons hier voor te verstoppen, leert de Cursus ons immers om deze ‘roep om Liefde’ in de ogen te kijken en met Liefde te beantwoorden.
Zodat we weer kunnen ervaren dat de Liefde altijd geduldig op ons (heeft ge-)wacht.
En zodat we weer kunnen voelen: we zijn echt vrij!
Reflectie
God is onaangeroerd door wat wij dromen. Soms zou je kunnen denken dat juist dat maakt dat wij in dit verhaal zoveel ellende, pijn, verdriet scheppen. Omdat er misschien een stille hoop bestaat, dat God juist dan wel zal komen.
Vaak genoeg ook is dan het gegeven, dat dit niet gebeurd, voor menig geen een argument om niet in God te geloven. Want als God werkelijk zou bestaan, dan zou hij toch niet toelaten dat zijn Zoon in zoveel, verdriet, pijn, ellende verkeerd. En zo wordt het middel dat je kan zien als een vraag om liefde, een noodkreet, juist ook weer het middel dat wordt gebruikt om ons van God af te wenden.
Toch blijft God onaangeroerd en dat kan ook op het Cursus pad nog wel eens een frustratie geven.
'Vader, ik doe zo mijn best, doe al voor de zoveelste keer deze lessen, waar blijft U toch?'
Weerspiegelt dan slechts het gegeven dat de gedachte van afscheiding mogelijk lijkt, daar nog geloof aan wordt gegeven.
Toch is dit - de gedachte van afscheiding - ook echt de enige gedachte, die moet worden vergeven.
Vergeving verlicht de weg van de Wederkomst, omdat ze alles als één beschijnt. En zo wordt eenheid ten lange leste herkend.
Is het dan zo moeilijk om de gedachte van afscheiding op te geven?
Uiteindelijk niet. Want als dit eenmaal is gebeurd, zal je denken. Oh, was dat het slechts.
Maar voordat dit eenmaal gebeurd, ja daar bevinden wij ons veelal nog. Mogelijk al deels gewekt doordat we studenten van de Cursus zijn. Maar nog altijd niet volledig ontwaakt in het besef dat wat de Cursus schrijft ook werkelijk klopt, waarheid is. Nee, de staat van ontwaken, voelt daardoor ook niet altijd als een zegetocht. De weg waarop ik loop is ook niet altijd met bloembladeren bedekt. Veelal nog stoot ik mijn tenen tegen rotsblokken op mijn weg, of haal ik mijn voetzolen weer open aan de scherpe punten van de stenen, die ik nog niet weg heb geworpen.
Maar ik vind altijd wel rust en troost in de vele bemoedigende Cursus-woorden:
De Wederkomst van Christus geeft Gods Zoon dit geschenk: de Stem namens God te horen verkondigen dat het onware onwaar is, en het ware nooit is veranderd. En dit is het oordeel waarmee waarneming eindigt. Eerst zie je een wereld die dit als waar heeft aanvaard, geprojecteerd vanuit een nu gecorrigeerde denkgeest. En met dit heilige zicht geeft waarneming een stille zegen en verdwijnt daarna; haar doel is bereikt en haar missie volbracht.
Ik weet ook wel wat mij vaak nog tegen houdt. Het is de vraag, of twijfel meer, of mijn werkelijkheid mij werkelijk wel bevallen zal. Ja, daar kom ik eerlijk voor uit. Dat, ondanks alles wat ik heb gelezen, alles wat ik leer, alle inzichten die ik heb gekregen, wonderen die verschenen zijn, ik altijd nog worstel met het idee dat de waarheid, de schepping, Gods werkelijkheid helemaal niet zo leuk is, als dat het wordt voorgesteld, verteld.
Het is daarom ook niet voor niks dat hier op dit punt de volgende les verschijnt:
321. Vader, mijn vrijheid is in U alleen
Ik heb niet begrepen wat mij heeft vrijgemaakt, noch wat mijn vrijheid is, noch waar ik moest kijken om haar te vinden. Vader, ik heb vergeefs gezocht, tot ik hoorde dat Uw Stem mij de weg wees. Nu wil ik niet langer mijn eigen gids zijn. Want ik heb de weg die tot mijn vrijheid leidt noch gemaakt, noch begrepen. Maar ik vertrouw op U. U, die mij mijn vrijheid geschonken hebt als Uw heilige Zoon, zult voor mij niet verloren zijn. Uw Stem leidt me, en de weg tot U opent zich eindelijk en wordt duidelijk voor mij. Vader, mijn vrijheid is in U alleen. Vader, het is mijn wil dat ik terugkeer.
En de Cursus doet, wat eigenlijk onmogelijk is. Beschrijven wat de schepping is:
De schepping is de som van al Gods Gedachten, oneindig in getal en overal totaal zonder beperkingen. Alleen liefde schept, en alleen als zichzelf. Er is geen tijd geweest waarin al wat zij geschapen heeft er niet was. Noch zal er een tijd zijn waarin wat zij ook schiep enig verlies lijdt. Voor eeuwig en altijd zijn Gods Gedachten precies zoals ze waren en zoals ze zijn, onveranderd door de tijd heen en nadat de tijd voorbij is.
Toch helpt dit onmogelijke mij in de onmogelijkheid waarin ik denk dat ik verkeer.
Doordat ik wel steeds meer leer hoe onmogelijk de gedachte is dat ik in afscheiding leef.
De gedachte of de schepping mij bevallen zal wordt gevoed met het geloof dat ik aan afscheiding geef.
Mijn bereidheid is groot om dat geloof af te vallen. Uiteindelijk is dat nog steeds het enige dat aan mij wordt gevraagd. De Heilige Geest doet al het andere:
Wij zijn de schepping, wij de Zonen van God. We lijken elk apart te zijn en ons niet bewust van onze eeuwige eenheid met Hem. Maar achter al onze twijfels, voorbij al onze angsten is nog altijd zekerheid. Want liefde blijft bij al haar Gedachten, terwijl haar zekerheid de hunne is. De Godsherinnering is in onze heilige denkgeest, die zijn eenheid en verbondenheid met zijn Schepper kent. Laat onze functie erin bestaan alleen deze herinnering terug te doen keren, alleen Gods Wil op aarde te laten geschieden, alleen onze innerlijke gezondheid weer terug te vinden en slechts te zijn zoals God ons geschapen heeft.
Ronald van Gigch