· 

2017-15 ECIW studiegroep reflectie




Werkboek lessen


Reflectie

Toen ik de eerste keer het werkboek van de Cursus deed, kwam ik na een aantal intense ervaringen op het punt dat mij het gevoel gaf dat mijn volgende stap zou zorgen dat ik in het niets verdwijnen zou.

 

Ik heb toen een stap terug gezet. Er was teveel gekomen, te snel was het naar mijn idee gegaan. Ik had pas net een beetje het besef gekregen wat ik met de start van deze Cursus was aangegaan. En alhoewel en stuk in mij direct vanaf het begin volmondig Ja had geroepen, was er toch ook nog een stuk, groter op dat punt, dat nog niet klaar was met dromen, nog niet uitgeleerd.

 

Inmiddels is het al weer een paar jaar later. In gedachte bezoek ik af en toe nog dit historische moment om te onderzoek wat mij tegen hield. Ondertussen ben ik na 1 jaar pauze uiteindelijk ook gewoon weer met de Cursus verder gegaan.

 

Zo heb ik inmiddels ook dit gevoel van in het niets op gaan meer en meer kunnen doorgronden. Wat toen nog leidde tot angsten en een periode van een wat vreemd sortig droombestand. Heeft zich daardoor kunnen gronden in een diep besef van vrede en een wezenlijk geduld. De denkgeest heeft zijn moment van ontwaken reeds gekozen. Het is die zekerheid die het mogelijk maakt om dit pad te vervolgen en elke dag nog steeds open te staan voor de lessen van vergeving die mij nog steeds worden aangeboden.


De lessen van het afgelopen studieblok:

 

193. Alles is een les die God me graag ziet leren

 

5. Vergeef, en je zult dit anders zien.

Dit zijn de woorden die de Heilige Geest spreekt in al je beproevingen, al je pijn, elk lijden ongeacht de vorm. Dit zijn de woorden waarmee de verleiding ophoudt en de schuld, nu losgelaten, niet langer wordt vereerd. Dit zijn de woorden die een eind aan de droom van zonde maken en de denkgeest bevrijden van angst. Dit zijn de woorden waardoor verlossing tot heel de wereld komt.

 

Alles is een les in vergeving.

 

194. Ik leg de toekomst in Gods Handen

 

4. God heeft jouw toekomst in handen zoals Hij jouw verleden en heden in handen heeft. Ze zijn één voor Hem en dus zouden ze voor jou één moeten zijn. Maar in deze wereld lijkt de voortgang van de tijd nog steeds werkelijkheid. En dus wordt jou niet gevraagd het ontbreken van opeenvolging, dat feitelijk in de tijd te vinden is, te begrijpen. Jou wordt alleen gevraagd de toekomst los te laten en in Gods Handen te leggen. En je zult door je ervaring ontdekken dat je het verleden en het heden eveneens in Zijn Handen hebt gelegd, want het verleden zal jou niet meer straffen en angst voor de toekomst zal nu zonder betekenis zijn.

 

Wie zou er zelf nog over zijn toekomst willen beslissen als hij weet dat God steeds naast hem gaat.

 

195. Liefde is de weg die ik in dankbaarheid ga

 

1. Dankbaarheid is een les die moeilijk te leren valt voor hen die de wereld verkeerd bekijken. Wat ze hoogstens kunnen doen is zichzelf beschouwen als beter af dan anderen. En ze proberen tevreden te zijn, omdat een ander meer lijkt te lijden dan zij. Hoe armzalig en kleinerend zijn zulke gedachten! Want wie heeft reden tot dankbaarheid waar anderen minder reden hebben? En wie zou minder kunnen lijden omdat hij een ander meer ziet lijden? Jij bent je dankbaarheid alleen aan Hem verschuldigd die elke oorzaak van leed over heel de wereld liet verdwijnen.

 

Met dankbaarheid worden de laatste angsten overwonnen.

 

196. Ik kan alleen mijzelf maar kruisigen

 

1. Wanneer dit terdege wordt begrepen en in het volle bewustzijn gehouden, zul je niet proberen jezelf schade te berokkenen, of je lichaam tot slaaf van wraak te maken. Je zult jezelf niet aanvallen, en je zult beseffen dat door een ander aan te vallen jij alleen jezelf aanvalt. Je zult vrij zijn van het waanzinnige geloof dat je door een broeder aan te vallen zelf wordt verlost. En je zult begrijpen dat zijn veiligheid de jouwe is, en dat jij door zijn genezing zelf wordt genezen.

 

Het is mijn veroordeling van mij zelf die deze wereld werkelijk maakt.

 

197. Ik kan alleen maar mijn eigen dankbaarheid oogsten

 

9. Zeg dank, zoals jij dank ontvangt. Wees vrij van alle ondankbaarheid jegens wie ook die jouw Zelf compleet maakt. En van dit Zelf is niemand buitengesloten. Zeg dank voor alle talloze kanalen die dit Zelf uitbreiden. Alles wat jij doet wordt Hem gegeven. Alles wat jij denkt, kunnen louter Zijn Gedachten zijn, omdat je met Hem de heilige Gedachten van God deelt. Oogst nu de dankbaarheid die jij jezelf hebt ontzegd toen je de functie die God jou gegeven heeft vergat. Maar denk nooit dat Hij ooit opgehouden is jou te danken.

 

Deze dankbaarheid herinnert ons aan onze eenheid.

 

198. Alleen mijn veroordeling verwondt me

 

1. Verwonding is onmogelijk. En toch brengt illusie illusie voort. Als je kunt veroordelen, kun je worden verwond. Want je hebt geloofd dat je verwonden kunt, en het recht dat je voor jezelf hebt vastgesteld kan nu tegen jou worden gebruikt, tot je het als waardeloos, ongewenst en onwerkelijk terzijde legt. Dan houdt illusie op gevolgen te hebben en zullen die welke ze scheen te hebben, ongedaan worden gemaakt. Dan ben je vrij, want vrijheid is jouw geschenk, en nu kun jij het geschenk ontvangen dat je gegeven hebt.

 

Geen oordeel kan mij raken behalve dan mijn oordeel over mij.

 

199. Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij

 

6. De Heilige Geest is het thuis van elke denkgeest die vrijheid zoekt. In Hem hebben ze gevonden wat ze zochten. Het doel van het lichaam is nu ondubbelzinnig. En het wordt volmaakt in het vermogen een onverdeeld doel te dienen. Conflictvrij en eenduidig reagerend op de denkgeest, met slechts het idee van vrijheid als zijn doel, dient het lichaam, en dient het bekwaam zijn doel. Zonder de macht iets te kluisteren is het een waardige dienaar van de vrijheid die de denkgeest, in de Heilige Geest, zoekt.

 

Wie het lichaam niet meer als zijn thuis beschouwd hervindt zich zelf weer in zijn ware huis.

 

200. Er is geen vrede dan de vrede van God

11. Vandaag zoeken we geen afgoden. Daarin kan geen vrede worden gevonden. De vrede van God komt ons toe, en alleen dit zullen we aanvaarden en wensen. Vrede zij met ons vandaag. Want we hebben een eenvoudige, blije manier gevonden om de wereld van dubbelzinnigheid achter ons te laten en onze wisselende doelen en eenzame dromen te vervangen door een enkelvoudig doel en samenzijn. Want vrede is eenheid, als ze komt van God. We zoeken niet verder. We zijn dicht bij huis en komen nog dichterbij telkens wanneer we zeggen:

 

Er is geen vrede dan de vrede van God,

 

en ik ben blij en dankbaar dat dit zo is.

 

Deze vrede komt mij toe.

 

Herhaling VI

 

1. Voor deze herhaling nemen we elke dag maar één idee en oefenen dat zo vaak als mogelijk is. Naast de minstens vijftien minuten die je er 's morgens en 's avonds aan besteedt, en de herinneringsmomenten die je de hele dag door elk uur houdt, dien je het idee zo vaak je kunt ertussendoor te gebruiken. Elk van deze ideeën, mits werkelijk geleerd, zou op zich genoeg zijn om jou en de wereld te bevrijden van elke vorm van slavernij, en de Godsherinnering uit te nodigen opnieuw te komen.

 

De cursus spoort ons elke keer weer aan om met ons leren en oefenen door te gaan.

 

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.

Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.

 

1. (181) Ik vertrouw mijn broeders, zij zijn één met mij.

Niemand is niet mijn broeder. Ik ben gezegend met de eenheid met het universum en met God, mijn Vader, de ene Schepper van het geheel waaruit mijn Zelf bestaat, eeuwig Eén met mij.

 

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.

Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.

 

1. (182) Ik zal een ogenblik stil zijn en naar huis toe gaan.

Waarom zou ik een ogenblik langer willen blijven waar ik niet thuishoor, wanneer God Zelf aan mij Zijn Stem gegeven heeft die mij naar huis toe roept?

 

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.

Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.

 

1. (183) Ik roep Gods Naam aan en de mijne.

De Naam van God is mijn bevrijding van iedere gedachte aan zonde en aan kwaad, omdat die zowel de mijne als de Zijne is.

 

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.

Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.

 

1. (184) De Naam van God is mijn erfgoed.

Gods Naam brengt mij in herinnering dat ik Zijn Zoon ben, geen slaaf van tijd, niet gebonden door wetten waardoor de wereld van ziekelijke illusies wordt beheerst, vrij in God, voor eeuwig en eeuwig één met Hem.

 

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.

Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.

 

1. (185) Ik verlang de vrede van God.

De vrede van God is al wat ik verlang. De vrede van God is mijn enig doel, het streven van heel mijn leven hier, de bestemming die ik zoek, mijn doelstelling, mijn functie en mijn leven, zolang ik verblijf waar ik niet thuisbehoor.

 

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.

Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.

 

1. (186) De verlossing van de wereld hangt af van mij.

De gaven van God zijn aan mij toevertrouwd, want ik ben Zijn Zoon. En ik wil Zijn gaven schenken waar Hij ze heeft bestemd.

 

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.

Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.


De verlossing van de wereld hang af van mij. Een dergelijke gedachte vanuit de Cursus kan soms leiden tot een pijniging van de denkgeest, op het moment dat hierin een taak wordt gezien die je zelf volbrengen moeten. Het is echter zo dat de Cursus op geen enkel punt benoemt of aanspoort om hierin zelf de stappen te zetten. Wel benoemt en spoort de Cursus haar studenten ertoe aan om steeds weer opnieuw de Heilige geest om zijn hulp te vragen.

 

Dit is uiteindelijk ook de manier waarop de student zijn inspanning volbrengt. Door steeds weer te beseffen dat zijn gids en begeleider altijd bij hem is. Door zo ook steeds meer en steeds vaker deze begeleider om leiding te vragen. In grote zaken en misschien nog wel meer in kleine zaken. Zo groeit deze Heilige relaties die uiteindelijk ook door zal vloeien in alle relaties. Op die manier leert de student dat hij, om de gaven van God aan de wereld te schenken, hij ze altijd eerst zelf ontvangen moet.