Mijn gevoeligheid voor onvrede neemt weer toe. Op die manier lijkt het soms dat ik geen enkele vooruitgang boek, doordat ik uiteindelijk na een langere leerperiode toch weer uit lijk te komen bij het zelfde gevoel. Maar ik merk nu dus op dat het niet het zelfde is. Ja, het gevoel van onvrede lijkt wel het zelfde, maar de omstandigheden waar zij uit voort komen, zijn al wel wezenlijk verandert. Het betreft nu niet meer grote zaken, maar meer subtiele bewegingen die mijn onvrede maken.
Ontwikkeling kan op die manier soms niet worden herkend, maar eenmaal gezien geeft zij toegang tot een nieuw aspect van het leerproces. Voor mij blijkt nu niet zozeer de onvrede ansich het onderwerp van mijn studie te zijn, maar de manier waarop ik op deze onvrede reageer. Want in mijn reactie toont zich toch vooral een oud patroon. De neiging om bij onvrede, mij volledig terug te trekken en af te sluiten. Ik trek mij dan bij voorkeur helemaal weg en op. Zo bracht ik altijd menig periode in mijn leven door in duisternis in afwachting op het moment dat het gevoel van onvrede weer zou verdwijnen. Nu ik dit eindelijk ook zo voor ogen zie, merk ik ook op dat ik met mijn terug trekken en afsluiten mijn gevoel van onvrede juist vooral vergroot. Ik voeg dus lijden toe in een poging om dit lijden zo groot te maken dat ik uiteindelijk ook de moed en kracht vind om aan haar voorbij te gaan. Om weer te kiezen voor het licht in plaats van voor de duisternis.
Het scheelt een hoop dat ik nu bewust dit patroon in mij mag zien. Want eenmaal bezien, zie ik ook haar futiele onzinnigheid. De gedachte dat het lijden noodzakelijk is om de onvrede te bestrijden staat inmiddels mijlen ver van mij af. Toch grijp ik haar blijkbaar nog steeds vast. Maar gelukkig gebeurd dat vast grijpen nu, terwijl ik samen ben met de Heilige Geest en dus ook samen met Hem naar deze gedachte kijken kan.
Werkboek lessen
De lessen van het afgelopen studieblok:
192. Ik heb een functie die God me graag vervullen ziet
193. Alles is een les die God me graag ziet leren
194. Ik leg de toekomst in Gods Handen
195. Liefde is de weg die ik in dankbaarheid ga
196. Ik kan alleen mijzelf maar kruisigen
197. Ik kan alleen maar mijn eigen dankbaarheid oogsten
198. Alleen mijn veroordeling verwondt me
201. (181)
181. Ik vertrouw mijn broeders, zij zijn één met mij
202. (182)
182. Ik zal een ogenblik stil zijn en naar huis toe gaan
203. (183)
183. Ik roep Gods Naam aan en de mijne
204. (184)
184. De Naam van God is mijn erfgoed
205. (185)
185. Ik verlang de vrede van God
De laatste lessen vooraf gaand aan de laatste herhaling van deel I van het werkboek van Een cursus in wonderen. Het deel dat zich richt op het ongedaan maken van de manier waarop ik nu zie. Die laatste lessen richten zich vooral op het aanvaarden van onze verantwoordelijkheid. Wij zijn het zelf die deze wereld maken. Zolang dat nog niet wordt gezien of begrepen, lijken en blijven wij slachtoffer van iets groots dat buiten ons staat.
Maar als wij eenmaal open staan voor de gedachte dat alles een les is die God me graag ziet leren. Dan wordt het daadwerkelijk ook mogelijk om de toekomst in Gods Handen te leggen. Dan verdwijnt namelijk de noodzaak om alles wat mij overkomt te willen controleren. Dan verdwijnen de gedachten over hoe de toekomst zou moeten worden en zijn. Dan is elke toekomst welkom, omdat elke toekomst mij de lessen biedt die ik nog moet leren.
Ik kan alleen mijzelf maar kruisigen - en dus ook. Ik ben het altijd zelf die verantwoordelijk is voor mijn lijden, kan confronteren maar tegelijkertijd ook bevrijden. Aanvaard ik mijn verantwoordelijkheid, dan stopt mijn lijden. Maar tegelijkertijd zal ik ook worden geconfronteerd met de gevolgen van mijn aanvaarding van mijn verantwoordelijkheid. Want niet langer kan ik schuld en angst als oorzaak van mijn lijden zien. Niet langer kan ik naar iets anders wijzen als verklaring voor wat mij overkomt.
In die zin verlies ik met mijn aanvaarding uiteindelijk al mijn verklaringen en begrip. En zie ik ook in dat het totaal geen zin meer heeft om dit begrip en haar verklaringen nog langer te gebruiken. Want zij geven geen enkel antwoord op de vragen die ik met de aanvaarding van mijn verantwoordelijkheid, nu bij mij draag. Zo stimuleert mijn aanvaarding uiteindelijk ook mijn keuze voor de Heilige Geest, doordat ik wel begrijp dat alleen Hij en niet het ego, het antwoord bezit.
Er is geen vrede dan de vrede van God.
Als ik voor deze reflectie mijn onvrede benoem en vooral het patroon bekijk dat ik gewend ben om te gebruiken als deze onvrede zich manifesteert, dan kan ik niet anders dan inzien hoe dicht dit patroon ligt bij onze oorspronkelijke reactie op de gedachte waarom wij vergaten te lachen. In plaats van lachen, ervoeren wij een onvrede die ons er toe dreef om ons terug te trekken en af te sluiten. De afscheiding kwam zo tot stand en ik ervaar die afscheiding steeds weer als ik bij onvrede kies voor mijn standaard reactie van terug trekken en afsluiten. Alleen geef ik niet langer een ander de schuld voor wat ik ervaar en wat ik doe.
Inmiddels heb ik geleerd om mijn verantwoordelijkheid voor alles dat ik ervaar, te aanvaarden. Daarmee lost nog niet meteen de ervaring van onvrede op, maar het stelt mij wel in staat om alles te zien als een les die ik mag leren. Soms duurt het nog wel even voordat ik zie wat ik van de ervaring leren kan, maar als dat eenmaal zichtbaar wordt, dan kan ik het meteen ook accepteren, wat zich toont in een ervaring van diepe dankbaarheid.
Nee, deze Cursus levert je geen diploma op. Maar zij bevrijdt je wel van je angst voor God. En dat blijkt uiteindelijk het enige dat werkelijk nodig is, om weer naar huis terug te kunnen keren. Wie God nog vreest grijpt zich vast aan elke geboden mogelijk om zich zelf niet met deze angst te hoeven confronteren. Maar wie zijn angst voor God vergeven heeft. Die zal inzien dat hij nooit werkelijk was afgescheiden van zijn bron.