· 

2018-17 ECIW studiegroep reflectie




Deze reflectie komt later. Ik was afgelopen week op vakantie en voelde daardoor geen ruimte en mogelijkheid om de reflectie afgelopen dinsdag te doen. Wel kreeg ik daardoor voldoende mogelijkheid om te kijken naar alle gedachten die daarom heen in mij omhoog kwamen. Schuld staat daarbij centraal. In dit geval de schuld van het niet nakomen van een belofte. Schuld hangt daarbij altijd samen met het beeld dat er iets op het spel staat.

 

Diep van binnen leeft natuurlijk het geloof dat het onze schuld is dat wij de hemel hebben verlaten. Zodoende ontstaat de motivatie om schuld vooral voor te zijn en daar waar dit niet mogelijk maakt, de schuld af te weren met een projectie naar buiten. In dit geval zou ik er dan ook voor kunnen kiezen om te komen met allerlei excuses, wat ik ten dele bij de introductie al heb gedaan - trouwens. Of ik zou kunnen komen met uitspraken van, wie leest dit nou echt, wie zou mij op mijn belofte kunnen aanspreken. Het aanspreken op mijn beloften is niet eerlijk, want ik doe altijd alles, maar krijg nooit iets terug.

 

Al wat ik schrijf heb ik niet gedacht in het moment dat ik deze reflectie niet kon schrijven. Wel zie ik, en dat zien jullie ook in mijn woorden, dat al deze ego-opties voor handen zijn. Maar mijn keuze is niet voor het ego maar voor de Heilige Geest. Die benoemd mij niet als schuldig in dit geval. Die wijst ook niet naar de mogelijkheid om projectie te gebruiken. Die vraag mij slechts om naar alles te kijken dat hierbij omhoog komt, zonder te oordelen.

 

Zodoende krijg ik hierbij dus het vermogen om te oefenen met Vergeving en Verlossing.


Werkboek lessen


In dit studieblok eindigt deel I van het werkboek. Dit deel houdt zich bezig met het ongedaan maken van de manier waarop wij nu zien. Hiervoor zijn 220 lessen gebruikt die ons te ogen deden openen, vooral door ons zicht te geven op het ego, maar ook door ons inzicht te geven in onze werkelijkheid. Niet voor niks sluit dit deel dan ook af met de les:

 

Er is geen vrede dan de vrede van God.

 

Met deze waarheid voor ogen start het werkboek in deel II met het verwerven van ware waarneming.

 

De introductie voor vergeving start daarbij met de volgende woorden:

 

Vergeving ziet in dat wat jij dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet heeft plaatsgevonden. Wat ze niet doet is: zonden kwijtschelden en ze werkelijk maken. Ze ziet dat er geen zonde is geweest. En in die zienswijze zijn al jouw zonden vergeven. Wat is zonde anders dan een onjuist idee omtrent Gods Zoon? Vergeving ziet eenvoudig de onjuistheid daarvan en laat het daarom los. Wat dan vrij is om nu de plaats daarvan in te nemen, is de Wil van God.

 

Om dit te leren wordt in de bijbehorende lessen de Godsherinnering opgeroepen. Het is alleen die herinnering die ware vergeving mogelijk maakt, omdat die herinnering ons toont dat er in werkelijkheid nooit iets is veranderd of gebeurd.

 

Verlossing is in werkelijkheid het zelfde als vergeving. De benadering is alleen omgekeerd. Bij vergeving wordt God herinnert wat ware vergeving mogelijk maakt. Bij verlossing wordt onwaarheid los gelaten, waardoor uiteindelijk waarheid - God - over blijft. Zodoende laat de Cursus ons bij deze twee gedachten dus ook op twee manieren naar het zelfde kijken.

 

Uiteindelijk komt het wel steeds weer op het zelfde neer.


Alhoewel mijn vakantie mij de -technische- mogelijkheid ontnam, om de reflectie te schrijven, bood zij mij wel de mogelijk om te starten met het lezen van het boek 'Unwind your mind - back to God', van David Hoffmeister. Dit boek roert flink in mijn pot, waardoor er veel stof rond dwarrelt om te worden waargenomen. Het is mij dan ook duidelijk dat ik weer veel hulp krijg bij mijn Vergeving en Verlossing lessen. Het zijn juist deze stof delen - hersenspinsel - spoken - illusies die naar boven moeten komen om tot het licht te worden gebracht.

 

Niet altijd wil ik in mijn potje roeren. Soms, als ik een tijdje niet roer, lijkt alles toch ook rustig en vredig. Lijkt, want er hoeft maar iets te zijn, die dit water beroerd, om de rust en de vrede te verstoren. Er is geen vrede dan de vrede van God, staat mij daardoor steeds helder voor ogen en ik weet dat ik maar beter kan blijven roeren totdat ook het laatste stukje stof naar boven is komen dwarrelen en zo tot het licht is gebracht.

 

Gelukkig weet ik dat ik mij op dit vlak niet langdurig meer kan en wil verbergen. Het gegeven is daarbij ook dat het kleinste stukje stof nu al zorgt voor een intense onrust. Er is geen weg meer terug, maar mij is belooft dat ik dit zal volbrengen. Aangezien er in God geen schuld bestaat, mag ik er dus op vertrouwen dat deze belofte wordt gehouden.