Verwonderd wordt ik weer door de ervaring van een diep dal. Maar inmiddels blijken mijn dalen ook al door licht omgeven. Waar ik voorheen altijd uitkwam in diepe duisternis, is er nu nog wel sprake van verduistering, maar blijft het licht in al haar kracht aanwezig. Ik hoef slechts te reiken naar de uitgestoken hand, om in vertrouwen en zonder angst deze verduistering te betreden. Vergeving lijkt inmiddels voor mij uit te gaan.
Mijn gids heeft mij gewezen op de hulp die beschikbaar is in de levende aanwezigheid van David Hoffmeister. Zijn boeken hebben mij voor het eerst de expliciete scheiding van het ego en de Heilige Geest getoond. Het ego moet nu duidelijk al zijn krachten bundelen om mijn innerlijke licht voor even van mijn zicht te ontnemen. Het lukt hem slechts voor even.
Geduld wordt nu steeds meer mijn reiskompaan. Ik heb het gegeven dat wat ik nu beleef, slechts het verleden is, aanvaard. Dit verleden kan mij geen angst meer geven, doordat mijn angst voor God verdwenen is. Dit deel van mijn reis wordt zo door stilte omgeven. Met in gedachtenis de fanfare van gedachten die mijn zicht doorkruist, besef ik steeds meer dat ik dit alles echt vergeven mag. Nu kan ik dat.
Werkboek lessen
De lessen van het afgelopen studieblok:
234. Vader, vandaag ben ik wederom Uw Zoon
235. God in Zijn goedheid wil dat ik ben verlost
236. Ik regeer mijn denkgeest, die alleen ik regeren moet
237. Nu wil ik zijn zoals God mij geschapen heeft
238. Op mijn beslissing rust heel de verlossing
241. Dit heilig ogenblik is het moment van verlossing
242. Deze dag is van God. Het is mijn geschenk aan Hem
243. Vandaag zal ik over geen enkel voorval een oordeel vellen
244. Nergens ter wereld ben ik in gevaar
245. Uw vrede is met mij, Vader. Ik ben veilig
De lessen van verlossing bevrijden ons van onze wanhoop, doordat zij ons onze werkelijkheid tonen. Wie kan er nog wanhopig zijn, als hij dit zicht verkrijgt? Wie wil er dan nog langer dromen van een wereld die uit dwaling is voortgekomen?
Maar de macht om te beslissen ligt bij ons. Het is onze keuze die verlossing mogelijk maakt.
Vader, Uw vertrouwen in mij is zo groot geweest, ik moet wel waardig zijn. U heeft mij geschapen en kent me zoals ik ben. En toch heeft U de verlossing van Uw Zoon in mijn handen gelegd en die laten afhangen van mijn beslissing. Ik moet waarlijk door U zijn bemind. En tevens moet ik bestendig zijn in heiligheid, dat U Uw Zoon aan mij geeft in de zekerheid dat hij veilig is, Hij die nog steeds deel van U is en niettemin de mijne, want Hij is mijn Zelf.
Angst weerhoud ons van dit beslissende moment. Dat angst niet gerechtvaardigd is, leert ons om deze angst niet te vrezen. Is die vrees er wel, dan behouden wij ook de noodzaak voor projecties, om zo deze angst niet te hoeven zien en ervaren. Maar nu we naar onze angsten kunnen kijken, samen met de Heilige Geest, verdwijnt de nood. Zo kunnen wij onze projecties vergeven. Voor even krijgen wij dan steeds zicht op deze angsten. Maar meteen zal de Heilige Geest ons verdwaalde zicht vervangen met de visie van Christus. In die visie lossen alle angsten op. Dan resteert steeds weer het licht.
Onze oefening in deze periode blijft er dan ook op gericht om steeds weer te vergeven. Uiteindelijk zal zo blijken dat onze beslissing voor verlossing, wordt genomen, in het moment waarin zij is volbracht.
Ik leef in stille dromen, maar heb duidelijk nog niet - volledig - de gelukkige droom bereikt. Dat dit betekent dat mijn vergeving nog niet volledig is, is een geven dat ik inmiddels wel kan aanvaarden. De moeilijkheid ligt soms in de vraag wat het is dat ik vergeven moet.
Op dit punt ervaar ik weer hoe de Cursus altijd aan twee kanten werkt. Dat mocht ik zo ook horen in de woorden van een buurman die zei: 'Zet één stap naar God en God zet tien stappen naar jou'. Verwonderd ben ik weer hoe deze boodschappen mij vaak uit onverwachte hoek bereiken. En blij ben ik dan in het bijzonder dat ik juist op dit punt door mijn gids de hand krijg aangereikt van Diederik Wolsak.
Ik krijg nu zicht geboden op wat het is dat mijn vergeving vraagt. En het licht toont mij steeds weer. Wat ik werkelijk vergeef, zijn slechts mijn dromen.