ECIW Werkboek 5. Wat is het lichaam? (261 - 270)

Inzicht in Een cursus in wonderen Werkboek

5. Wat is het lichaam? (261 - 270)



1. Het lichaam is een hek dat de Zoon van God zich verbeeldt te hebben neergezet om delen van zijn Zelf af te scheiden van andere delen. Binnen dit hekwerk denkt hij te leven, om te sterven als dat afbrokkelt en uiteenvalt. Want binnen dit hek denkt hij dat hij voor de liefde veilig is. Omdat hij zich vereenzelvigt met zijn veiligheid, beschouwt hij zichzelf als datgene wat zijn veiligheid uitmaakt. Hoe zou hij er anders zeker van kunnen zijn dat hij binnen het lichaam blijft en de liefde buiten houdt?

 

2. Het lichaam is niet blijvend. Maar dit ziet hij als dubbele veiligheid. De voorbijgaande aard van Gods Zoon is immers het 'bewijs' dat zijn omheiningen werken en de taak uitvoeren die zijn denkgeest ze toebedeelt. Want als zijn éénzijn nog steeds onaangetast was, wie zou dan kunnen aanvallen en wie zou aangevallen kunnen worden? Wie zou overwinnaar kunnen zijn? En wie diens prooi? Wie zou slachtoffer kunnen zijn? En wie de moordenaar? En als hij niet doodging, welk 'bewijs' is er dan dat Gods eeuwige Zoon kan worden vernietigd?

 

3. Het lichaam is een droom. Zoals andere dromen schijnt het soms een beeld van geluk te schilderen, maar kan het heel plotseling omslaan in angst, waaruit iedere droom ontstaat. Want alleen liefde schept in waarheid, en de waarheid kan nooit bang zijn. Gemaakt om beangstigend te zijn, moet het lichaam wel het doel dienen dat eraan gegeven is. Maar wij kunnen het doel veranderen waaraan het lichaam zal gehoorzamen, door anders te gaan denken over waartoe het dient.

 

4. Het lichaam is het middel waardoor Gods Zoon zijn innerlijke gezondheid hervindt. Hoewel het gemaakt werd om hem zonder ontsnappingsmogelijkheid in te sluiten in de hel, is nu het hemelse doel in de plaats gekomen van het najagen van de hel. De Zoon van God reikt zijn broeder de hand om hem te helpen samen met hem de weg te gaan. Nu is het lichaam heilig. Nu dient het om de denkgeest te genezen, terwijl het gemaakt was om die te doden.

 

5. Je zult je vereenzelvigen met dat waarvan jij denkt dat het jou veiligheid biedt. Wat het ook mag zijn, je zult geloven dat het één is met jou. Jouw veiligheid ligt in de waarheid en niet in leugens. Liefde is jouw veiligheid. Angst bestaat niet. Vereenzelvig je met liefde en je bent veilig. Vereenzelvig je met liefde en je bent thuis. Vereenzelvig je met liefde en vind jouw Zelf.


Het lichaam is met recht de grootste illusie in onze droom van afscheiding. Een identiteit verbonden aan het lichaam lijkt ten slotte ook onze individualiteit waar te maken. Lijkt, omdat deze identificatie niet op waarheid is gebaseerd. De macht van de illusie maakt oefening noodzakelijk om van deze identificatie te worden verlost. De introductie van onze denkgeest als onze werkelijkheid, maakt deze verlossing mogelijk. Zonder dit besef zou er namelijk geen alternatief en dus ook geen keuze zijn.

 

Eenmaal verlost van de lichamelijke identificatie is er geen noodzaak om het bestaan van het lichaam te ontkennen. Een lichaam in dienst van de denkgeest wordt nu juist het middel waarmee de boodschap van de Heilige Geest kan worden gecommuniceerd. Zodoende heeft het lichaam ook een plek in de blije droom die ons leidt naar ons ontwaken. Uiteindelijk vult liefde volledig de plek van het lichaam op. Dan zal het lichaam ook in vrede en dankbaarheid, terzijde kunnen worden gelegd.


Lessen


In de lessen bij de vraag: Wat is het lichaam? leren wij om onze veiligheid in God te herkennen. In dit leren lost onze wens om het lichaam als onze identiteit en veiligheid te zien, op. Voor het herkennen zullen wij wel moeten oefenen om te wennen aan het zien met de ogen van onze denkgeest. Deze geestelijke blik is niet aan vorm gebonden en zal zich veelal tonen in gevoel.

 

Volmaakte vrede kan bij eerste waarneming, als leeg worden ervaren. Dit komt omdat wij hiervoor, al onze zintuigelijke vermogens hebben gebruikt om in de duisternis te zien. Nu dienen deze vermogens weer te worden afgestemd op onze waarneming van het licht. Na enige oefening zal echter snel de volheid van vrede worden herkent. Vanaf dit punt wordt het ego machteloos, doordat ons wij onze veiligheid nu hebben verbonden aan de liefde.


Het gebed van de lessen:

 

Laat me geen afgoden zoeken. Vandaag wil ik thuiskomen bij U, Vader. Ik verkies te zijn zoals U mij geschapen hebt, en de Zoon te vinden die U geschapen hebt als mijn Zelf.

 

Vader U hebt één Zoon. En hij is het die ik vandaag wil zien. Hij is Uw ene schepping. Waarom zou ik duizend vormen waarnemen in wat steeds één blijft? Waarom zou ik dit ene duizend namen geven wanneer één enkele volstaat? Want Uw Zoon moet Uw Naam dragen, omdat U hem schiep. Laat me hem niet zien als een vreemde voor zijn Vader, noch als een vreemde voor mijzelf. Want hij is deel van mij en ik van hem, en wij zijn deel van U, die onze Bron bent, eeuwig verenigd in Uw Liefde, eeuwig de heilige Zoon van God.

 

Vader, Uw Denkgeest heeft al-wat-is geschapen, Uw Geest is erin binnengegaan, Uw Liefde heeft er leven aan gegeven. En zou ik dan wat U geschapen hebt willen zien als iets wat zondig kan worden gemaakt? Ik wil zulke duistere en angstwekkende beelden niet zien. Een gekkendroom is voor mij bepaald geen geschikte keus als alternatief voor alle lieflijkheid waarmee U de schepping hebt gezegend, al haar zuiverheid, haar vreugde en haar eeuwige, vredige thuis in U.

 

Vader, U staat voor en achter mij, naast mij, op de plaats waar ik mezelf zie, en overal waar ik ga. U bent in alles waarnaar ik kijk, in de geluiden die ik hoor, en in iedere hand die zich naar de mijne uitstrekt. In U verdwijnt de tijd, en wordt plaats een zinledig geloof. Want wat Uw Zoon omringt en hem veilig beschermt is de Liefde zelf. Er is geen andere bron dan deze, en er is niets dat niet in haar heiligheid deelt, niets dat buiten Uw ene schepping staat, of verstoken is van de Liefde die alles in zichzelf omvat. Vader, Uw Zoon is zoals Uzelf. Wij komen in Uw eigen Naam tot U vandaag, om binnen Uw oneindige Liefde in vrede te zijn.

 

In stilte wil ik naar de wereld kijken, die Uw Gedachten slechts weerspiegelt alsook de mijne. Laat ik onthouden dat ze dezelfde zijn en ik zal de zachtaardigheid van de schepping zien.

 

Vader, U hebt me ál Uw Zonen gegeven als mijn verlossers en mijn raadgevers in het zien, als degenen die Uw heilige Stem tot mij brengen. In hen bent U weerspiegeld en in hen kijkt Christus terug naar mij vanuit mijn Zelf. Laat Uw Zoon Uw heilige Naam niet vergeten. Laat Uw Zoon zijn heilige Oorsprong niet vergeten. Laat Uw Zoon niet vergeten dat zijn Naam de Uwe is.

 

Laat ik aan Uw Antwoord, niet aan het mijne gehoor geven. Vader, mijn hart klopt mee in de vrede die het Hart van Liefde heeft geschapen. Het is daar en daar alleen dat ik thuis kan zijn.

 

Laat me vandaag niet Uw criticus zijn, Heer, en tegen U oordelen. Laat ik niet proberen me te mengen in Uw schepping en die tot ziekelijke vormen te vervormen. Laat ik bereid zijn mijn wensen terug te trekken van haar eenheid, en haar aldus te laten zijn zoals U haar schiep. Want zo zal ook ik in staat zijn mijn Zelf te herkennen zoals U mij geschapen hebt. In liefde werd ik geschapen en in liefde zal ik voor eeuwig blijven. Wat kan me bang maken, wanneer ik alles laat zijn precies zoals het is?

 

Ik vraag vandaag Uw zegen over mijn blik. Het is het middel dat U verkozen hebt als de manier om me mijn vergissingen te tonen en daaraan voorbij te zien. Het is me gegeven om met behulp van de Gids die U mij geschonken hebt tot een nieuwe waarneming te komen, en door middel van Zijn lessen de waarneming te overstijgen en tot de waarheid terug te keren. Ik vraag om de illusie die alle illusies te boven gaat die ik heb gemaakt. Vandaag kies ik ervoor een vergeven wereld te zien, waarin eenieder mij het gelaat van Christus toont, en me leert dat wat ik zie mij toebehoort; dat er niets is behalve Uw heilige Zoon.

 

Vader, de visie van Christus is Uw gave aan mij; ze heeft het vermogen alles wat de ogen van het lichaam zien te vertalen in de aanblik van een vergeven wereld. Hoe heerlijk en bekoorlijk is deze wereld! Maar hoeveel meer zal ik erin waarnemen dan met de ogen valt te zien! Een vergeven wereld betekent dat Uw Zoon zijn Vader erkent, zijn dromen tot de waarheid laat brengen en vol verwachting uitziet naar het ene nog resterende moment in de tijd, die voorgoed eindigt wanneer de herinnering van U tot hem terugkeert. En nu is zijn wil één met de Uwe. Zijn functie is nu slechts die van Uzelf, en iedere gedachte behalve de Uwe is verdwenen.