Als alles even stil lijkt te staan, vergeet ik vaak nog wel te genieten van het moment. Gewend aan een wereld waarin elke opleiding in de regel wordt afgerond met een bewijs in de vorm van een diploma, stuit ik met het leren van Een cursus in wonderen nog wel eens op de vertwijfelende vraag, wanneer dit leren een keer klaar is. Het verschil met een wereldse opleiding die zich veelal richt op het halen van een diploma, is dat je met de Cursus niet leert voor, maar leert met. Want onze lessen vinden wij uiteindelijk niet in het Cursusboek, maar in onze dagelijkse praktijk. De Cursus is in die zin uiteindelijk bedoelt als een studiehulp en dus niet als een studie op zich.
De hulp die de Cursus in onze dagelijkse praktijk lessen biedt is om te leren kijken met de visie van Christus (liefde) in plaats van met de ogen van het ego (angst). Het gaat er uiteindelijk ook niet om dat er iets praktisch verandert, maar dat onze ervaring van wat er zoal gebeurd en voorbij komt, verandert. Dat is een innerlijk proces. Het stil staan is dan ook eerder een bevestiging van de reeds afgelegde weg. Het enige wat dan eigenlijk van belang is, is dat je niet verrast bent als er juist weer beweging komt.
Werkboek lessen
De lessen van het afgelopen studieblok:
318. In mij zijn middel en doel van de verlossing één
321. Vader, mijn vrijheid is in U alleen
322. Ik kan slechts opgeven wat nooit werkelijk was
323. Ik breng graag het 'offer' van de angst
324. Ik volg slechts, want ik wil niet de leiding
325. Al wat ik denk te zien, weerspiegelt een idee
326. Ik ben voor eeuwig een Gevolg van God
327. Ik hoef slechts te roepen en U geeft me antwoord
328. Ik kies de tweede plaats om de eerste te verwerven
We bewegen ons zo langzamerhand naar het einde van het werkboek. In dit studieblok doen we dat met de afronding van de lessen bij de vragen, Wat is het Laatste Oordeel? en Wat is de schepping? En wij maken ook al een start met de lessen bij de vraag, Wat is het ego?
Als met de lessen bij de vraag, Wat is het Laatste Oordeel?, alle angst voor dit begrip is opgelost, zullen wij ons makkelijker kunnen open voor meer inzicht in onze werkelijkheid, doordat hier nu geen vrees meer aan wordt verbonden. Daarom ook vervolgt de Cursus hier haar lessen met de vraag, Wat is de schepping?
Hier mogen wij eerst leren dat wij met het opgeven van de wereld, van onze droom, van illusies, in werkelijkheid niets verliezen. Toch kan het in het begin nog wel enige twijfel of wel enige angst geven, als je dit inzicht toe past op dat wat dicht bij je staat. Wat zal er wel niet gaan gebeuren als je niet meer naar je partner, of je kinderen, of andere geliefden kijkt, door hun niet meer aan hun lichamen te binden, maar daaraan voorbij te gaan. Toch nodigt de Cursus ons ook uit om die stap te zetten.
Laten we deze dag vergeving aanvaarden als onze enige functie. Waarom zouden we onze denkgeest aanvallen en hem beelden geven van pijn? Waarom zouden we hem leren dat hij machteloos is, wanneer God Zijn macht en Liefde aanreikt en hem uitnodigt te nemen wat reeds het zijne is? De denkgeest die bereid is gemaakt de gaven van God te aanvaarden, is aan de geest teruggegeven, en breidt zijn vrijheid en zijn vreugde uit, zoals het de Wil is van God, verenigd met die van hem. Het Zelf dat God geschapen heeft kan niet zondigen en kan daarom niet lijden. Laten we er vandaag voor kiezen dat Hij onze Identiteit is, en zo voorgoed ontsnappen aan alles wat de droom van angst ons schijnbaar biedt.
Wat bij deze stappen van belang is, is om niet te pogen met ontkenning, vooruit te gaan. De Cursus vertelt ons niet voor niets dat wij met ontkenning niets bereiken. Vergeving blijft het aangewezen middel.
Vergeving laat ons zien dat Gods Wil Eén is en dat wij die delen. Laten we kijken naar de heilige taferelen die vergeving ons vandaag laat zien, zodat we de vrede van God mogen vinden. Amen.
Vergeving ontkent niet wat wij zien, maar als wij bereid zijn om wat wij zien te vergeven, opent vergeving onze ogen voor datgene dat nog steeds achter alle beelden aanwezig is. Zo leert vergeving ons, doordat wij angst verruilen voor liefde, om met de ogen van liefde, nu overal liefde te zien. De vraag is dan of je bereid bent om de beelden die je maakt voor al jouw geliefden te vergeven om zo hun werkelijkheid in liefde waar te kunnen nemen.
Hoe weet ik nu of ik ben aangekomen op de plek waar ik al ben. Dat is de paradox waar wij door heen gaan en uiteindelijk ook aan voorbij zullen gaan, als onze werkelijkheid weer volledig in ons bewust zijn is hersteld. In onze wereldse ervaringen geven uiteindelijk onze nachtelijke dromen nog het beste vergelijk. Daar kunnen wij ook reizen door tijd en ruimte, maar vinden wij ons bij het wakker worden weer terug op de plek waar wij waren toen de droom begon. In werkelijkheid hadden wij deze plek nooit verlaten, alleen waren wij ons tijdens het dromen, daar voor even niet van bewust.
De op de kop gedachte blijft natuurlijk dat wij ons zullen moeten openen voor het beeld dat ons wakkere ervaringen, ook gewoon onze dromen zijn. Maar als wij die openheid eenmaal bieden, krijgen wij alle hulp en ook de nodige ervaringen die voorbij de droom, tot ons komen en ons zo keer op keer helpen herinneren, waar wij werkelijk wonen.