
Inzicht in Een cursus in wonderen Werkboek
13. Wat is een wonder? (341 - 350)
1. Een wonder is een correctie. Het schept niet, en het brengt in werkelijkheid allerminst verandering. Het slaat slechts verwoesting gade, en herinnert de denkgeest eraan dat wat die ziet onwaar is. Het maakt vergissingen ongedaan, maar het doet geen poging om aan waarneming voorbij te gaan, noch om de functie van vergeving te overschrijden. Zo blijft het binnen de grenzen van de tijd. Niettemin baant het de weg voor de terugkeer naar tijdloosheid en het ontwaken van de liefde, want angst moet wel verdwijnen onder invloed van de milde remedie die het brengt.
2. Een wonder bevat de gave van genade, want het wordt gegeven en ontvangen als één. En zo illustreert het de wet van de waarheid waaraan de wereld niet gehoorzaamt, omdat die er volstrekt niet in slaagt te begrijpen hoe zij werkt. Een wonder keert de waarneming open voor de waarheid. Nu wordt vergeving als gerechtvaardigd beschouwd.
3. Vergeving is de bakermat van wonderen. De ogen van Christus verlenen ze aan alles waar zij in genade en liefde naar kijken. In Zijn zicht is waarneming rechtgezet, en wat bedoeld was om te vervloeken is nu gekomen om te zegenen. Elke lelie van vergeving biedt heel de wereld het stille wonder van de liefde aan. En elk wordt neergelegd voor het Woord van God, op het universele altaar voor de Schepper en de schepping, in het licht van volmaakte zuiverheid en oneindige vreugde.
4. Eerst wordt het wonder in vertrouwen aanvaard, omdat erom vragen veronderstelt dat de denkgeest is klaargemaakt om zich een idee te vormen van wat hij niet kan zien en niet begrijpt. Maar dat vertrouwen zal zijn getuigen aanvoeren om te laten zien dat datgene waarop het berust er werkelijk is. En zo zal het wonder jouw vertrouwen erin rechtvaardigen en laten zien dat het berustte op een wereld die werkelijker is dan wat je vroeger zag, een wereld verlost van wat jij dacht dat er was.
5. Wonderen vallen als helende druppels regen uit de Hemel op een droge en stoffige wereld, waar hongerende en dorstende schepsels komen sterven. Nu hebben ze water. Nu is de wereld groen. En overal schieten er tekenen van leven op, die laten zien dat wat geboren is nooit dood kan gaan, want wat leven bezit, bezit onsterfelijkheid.
Wat onvergeven is wordt naar buiten geprojecteerd, om daar te worden waargenomen. Nu wordt de oorzaak van het probleem niet meer gezien in het onvergevene, maar in wat wordt waargenomen. In al het leren van de Cursus worden wij er keer op keer op gewezen dat wij naar binnen moeten gaan om bij de oorzaak uit te komen. In onze denkgeest wordt deze oorzaak met vele angstgedachten omgeven. Geen wonder dat niemand graag naar binnen kijkt, omdat hij of zij dan steeds met angst wordt geconfronteerd.
Het zijn juist wonderen die het mogelijk maken om aan deze angst voorbij te komen en terug te keren tot de oorzaak. Elk wonder zal een angstgedachte doen oplossen. Wonderen kunnen niet komen op een plaats waar zij niet welkom zijn. Het is dus aan ons zelf om het wonder uit te nodigen.
Het ego zal ons steeds vertellen dat wij het wonder niet willen, omdat het ons zal beroven van iets dat ons dierbaar is. De Cursus leert ons dat het wonder ons werkelijke verlangen weerspiegeld om weer tot God terug te keren. Naar welke stem wij luisteren, is onze eigen keuze.
Lessen
341. Ik kan slechts mijn eigen zondeloosheid aanvallen, en alleen die is het die mij geborgen houdt
342. Ik laat op alles vergeving rusten, want zo wordt vergeving mij geschonken.
343. Er wordt van mij geen offer gevraagd om Gods genade en vrede te vinden
344. Vandaag leer ik de wet van de liefde: wat ik mijn broeder geef is mijn gave aan mij
345. Vandaag bied ik niets dan wonderen aan, want ik wil graag dat ze to mij terugkeren
De Cursus leert ons te luisteren naar de stem van de Heilige Geest en leert ons gelijktijdig in te zien dat de stem van het ego waanzinnig is. Waar het ego zegt dat ons vergeven ons iets kostbaars zal kosten vertelt de Cursus dat ons geen offer wordt gevraagd. Geven en ontvangen zijn in waarheid één wat betekent dat geen enkel verlies mogelijk is.
Waar de Cursus ons leert dat wij wonderen verlangen biedt ze ons gelijktijdig inzicht in de waanzinnige gedachten van het ego die erop zijn gericht om het wonder van ons af te houden. Ons vertrouwen is daarom noodzakelijk, omdat wij nog niet kunnen begrijpen wat het is waar wij om vragen, als wij om wonderen vragen. Dit vertrouwen biedt de Cursus aan in het besef dat God ons altijd omhult en zijn zorg ons geborgen houdt. Nu durven wij ons weer voor het wonder open te stellen, in de wetenschap dat in onze aanvaarding ons de herinnering aan ons ware Zelf wordt aangeboden.
Het gebed van de lessen:
Vader, Uw Zoon is heilig. Ik ben hem, degene tegen wie U glimlacht met zo’n dierbare, diepe en stille liefde en tederheid dat het universum naar U teruglacht en Uw Heiligheid deelt. Hoe zuiver, hoe veilig, en hoe heilig zijn wij dan, die in Uw Glimlach toeven, terwijl al Uw Liefde ons geschonken is, en wij als één met U leven in volkomen broederschap en Vaderschap, in zo’n volmaakte zondeloosheid dat de Heer der Zondeloosheid ons als Zijn Zoon ziet, een universum van Gedachte dat Hem compleet maakt.
Ik dank U, Vader, voor Uw plan mij te verlossen uit de hel die ik heb gemaakt. Hij is niet werkelijk. En U hebt mij het middel verschaft om zijn onwerkelijkheid aan mij te bewijzen. De sleutel ligt in mijn hand, en ik heb de deur bereikt waarachter het eind van dromen ligt. Ik sta voor de Hemelpoort, en vraag me af of ik naar binnen zal gaan om thuis te zijn. Laat ik vandaag niet opnieuw dralen. Laat me alles vergeven en laat de schepping zijn zoals U haar wilt en zoals ze is. Laat ik me herinneren dat ik Uw Zoon ben, en als ik deze deur uiteindelijk open, laat me dan in het schitterende licht van de waarheid alle illusies vergeten, terwijl de herinnering van U tot mij terugkeert.
Het einde van lijden kan geen verlies zijn. De gave van alles kan alleen maar winst zijn. U geeft alleen. U neemt nooit weg. En U hebt mij geschapen om zoals U te zijn, dus offeren wordt voor mij even onmogelijk als voor U. Ook ik moet geven. En zo wordt alles mij voor eeuwig en altijd gegeven. Zoals ik werd geschapen, zo blijf ik. Uw Zoon kan geen offer brengen, want hij moet compleet zijn, omdat hij de functie heeft U compleet te maken. Ik ben compleet omdat ik Uw Zoon ben. Ik kan niet verliezen, want ik kan alleen maar geven, en alles hoort mij toe, in alle eeuwigheid.
Dit is Uw wet, Vader, niet die van mij. Ik heb niet begrepen wat geven betekent en dacht te moeten bewaren wat ik voor mijzelf alleen verlangde. En toen ik naar de schat keek die ik meende te bezitten, vond ik een lege plek waar nooit iets was, of is, of zijn zal. Wie kan een droom delen? En wat kan een illusie mij bieden? Maar hij die ik vergeef, zal mij geschenken geven die de waarde van alles op aarde te boven gaan. Laat mijn vergeven broeders mijn schatkamer vullen met hemelse rijkdommen, de enige die werkelijk zijn. Zo wordt de wet van de liefde vervuld. En zo staat Uw Zoon op en keert hij naar U terug.
Vader, een wonder weerspiegelt Uw geschenken aan mij, Uw Zoon. En elk wonder dat ik schenk komt bij me terug en herinnert me eraan dat de wet van de liefde universeel is. Zelfs hier neemt die een vorm aan die herkend en in werking gezien kan worden. De wonderen die ik schenk worden precies in die vorm teruggegeven die ik nodig heb om me te helpen met de problemen die ik zie. Vader, in de Hemel is het anders, want daar zijn geen behoeften. Maar hier op aarde staat het wonder dichter bij Uw gaven dan enig ander geschenk dat ik geven kan. Laat me dan vandaag alleen dit geschenk geven dat, geboren uit ware vergeving, de weg verlicht die ik afleggen moet om me U te herinneren.
Vader, vandaag ontwaak ik met wonderen die mijn waarneming van alles corrigeren. En zo begint de dag die ik met U deel zoals ik de eeuwigheid zal delen, want de tijd heeft vandaag een stap opzij gedaan. Ik zoek geen zaken die tot de tijd behoren en dus zal ik daar niet naar kijken. Wat ik vandaag zoek, overstijgt alle wetten van de tijd en alle zaken die in de tijd worden waargenomen. Ik wil alles vergeten behalve Uw Liefde. Ik wil in U verblijven en geen andere wetten kennen dan Uw liefdeswet. En ik wil de vrede vinden die U voor Uw Zoon geschapen hebt, en al het dwaze speelgoed dat ik gemaakt heb vergeten, terwijl ik Uw glorie en de mijne aanschouw.
Vader, ik wens wat tegen mijn wil ingaat, en wat ik wil hebben, wens ik niet. Orden mijn denkgeest, Vader. Hij is ziek. Maar U hebt vrijheid aangeboden, en ik kies er vandaag voor aanspraak te maken op Uw geschenk. En dus geef ik al het oordelen aan Degene die U mij gegeven hebt om voor mij te oordelen. Hij ziet wat ik waarneem, en toch kent Hij de waarheid. Hij ziet pijn, en toch begrijpt Hij dat die niet werkelijk is, en in Zijn begrip wordt die genezen. Hij schenkt de wonderen die mijn dromen voor mijn bewustzijn verborgen willen houden. Laat Hem vandaag oordelen. Ik ken mijn wil niet, maar Hij is er zeker van dat die de Uwe is. En Hij zal voor mij spreken en Uw wonderen uitnodigen tot mij te komen.
Vader, laat mij gedenken dat U hier bent en dat ik niet alleen ben. Eeuwigdurende Liefde omringt mij. Ik heb geen reden tot iets anders dan de volmaakte vrede en vreugde die ik met U deel. Welke behoefte heb ik aan kwaadheid of angst? Volmaakte veiligheid omringt mij. Kan ik bang zijn, als Uw eeuwige belofte mij vergezelt? Volmaakte zondeloosheid omringt mij. Wat kan ik vrezen, wanneer U mij geschapen hebt in een heiligheid als de Uwe zo volmaakt?
Zo wil ik alle dingen die ik zie bevrijden en ze de vrijheid geven die ik zoek. Want zo gehoorzaam ik de wet van de liefde en geef ik wat ik wil vinden en tot het mijne maken wil. Het zal mij gegeven worden, omdat ik dat gekozen heb als het geschenk dat ik wens te geven. Vader, Uw geschenken zijn de mijne. Elk dat ik aanvaard geeft me een wonder om weg te geven. En door te geven zoals ik ontvangen wil, leer ik dat Uw genezende wonderen mij toebehoren.
Wat we vergeven, wordt een deel van ons, zoals wij onszelf zien. De Zoon van God verenigt alles in zich, zoals U hem geschapen hebt. De herinnering van U hangt af van zijn vergeving. Wat hij is wordt niet beïnvloed door zijn gedachten. Maar wat hij ziet is het directe resultaat daarvan. Daarom, mijn Vader, wil ik me tot U wenden. Alleen de herinnering van U zal me bevrijden. En alleen mijn vergeving leert me om de herinnering van U tot mij terug te doen keren en die in dankbaarheid aan de wereld te schenken.