Afgelopen maand mocht ik mijn 50-ste verjaardag vieren. Maar het hele feit dat het lichaam waardoor ik hier verschijnen mag, volgens de normen van de wereld nu 50 is geworden, zegt mij niets meer. Natuurlijk, sta ik mijn omgeving toe om mij met dit feit te feliciteren. Maar ik verheug mij vooral op het gegeven dat ik - voor mijn gevoel - pas net geboren ben. Dat ik - jong nog wel - reeds zo veelvuldig en volwaardig mag baden in het licht. En dat ik elke dag weer opnieuw mij zelf, met het oefenen van de lessen, mag herinneren aan mijn ware Zelf.
Dat dit Zelf los staat van het lichaam en op geen enkele wijze wordt geraakt door wat er dan ook maar met het lichaam mag gebeuren is een ervaring die ik meer en meer verwelkom. Steeds vaker ervaar ik zo hoe ik toe mag kijken, in mijn bereidheid om het leven te laten zijn en zo zijn gang te laten gaan. Momenten van zorgen verschijnen alleen als ik denk dat iets anders zou moeten gaan, maar verdwijnen dus ook weer zo gemakkelijk op het moment dat ik mijn oordeel vergeef.
Ik Leef.
Werkboek lessen
De lessen van het afgelopen studieblok:
221. In vrede zij mijn denkgeest. Laat al mijn gedachten stil zijn
222. God is met mij. Ik leef en beweeg in Hem
223. God is mijn leven. Ik heb geen leven buiten dat van hem
224. God is mijn Vader, en Hij houdt van Zijn Zoon
225. God is mijn Vader, en Zijn Zoon houdt van Hem
228. God heeft mij niet veroordeeld. Ik doe dat evenmin
231. Vader, ik wil me niets herinneren dan U
232. Wees in mijn gedachten, Vader, heel de dag door
233. Vandaag geef ik God mijn leven, opdat Hij het leidt
234. Vader, vandaag ben ik wederom Uw Zoon
235. God in Zijn goedheid wil dat ik ben verlost
236. Ik regeer mijn denkgeest, die alleen ik regeren moet
237. Nu wil ik zijn zoals God mij geschapen heeft
238. Op mijn beslissing rust heel de verlossing
De inleiding van het werkboek startte met de volgende toelichting:
Het werkboek is onderverdeeld in twee hoofdafdelingen: het eerste houdt zich bezig met het ongedaan maken van de manier waarop jij nu ziet, en het tweede met het verwerven van ware waarneming.
En nu wij het eerste deel van het werkboek hebben afgerond. Het deel dat ons vooral steeds weer met het ego confronteert om zo helder te krijgen dat het onze keuze is voor het ego die maakt dat wij zo lijden. Is het tweede deel van het werkboek bedoeld om ons de gedachten aan te reiken die de plaats in zullen nemen van het ego denksysteem, op het moment dat wij NU onze keuze voor het denksysteem van de Heilige Geest maken.
Voor dit doel passeerden afgelopen maand de eerste twee vragen en zijn wij inmiddels ook gestart met de derde vraag:
Wat is vergeving?
1. Vergeving ziet in dat wat jij dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet heeft plaatsgevonden. Wat ze niet doet is: zonden kwijtschelden en ze werkelijk maken. Ze ziet dat er geen zonde is geweest. En in die zienswijze zijn al jouw zonden vergeven. Wat is zonde anders dan een onjuist idee omtrent Gods Zoon? Vergeving ziet eenvoudig de onjuistheid daarvan en laat het daarom los. Wat dan vrij is om nu de plaats daarvan in te nemen, is de Wil van God.
Wat is verlossing?
3. Verlossing is ongedaan maken in die zin dat ze niets doet, en nalaat de wereld van dromen en boosaardigheid te steunen. Zo laat zij illusies los. Door die geen steun te geven laat zij ze enkel kalm tot stof vergaan. En wat zij verborgen hielden wordt nu geopenbaard: een altaar voor Gods heilige Naam waarop Zijn Woord geschreven staat, met de geschenken van jouw vergeving daarvoor neergelegd en de Godsherinnering niet ver daarachter.
Wat is de wereld?
1. De wereld is onjuiste waarneming. Ze is uit dwaling voortgekomen en heeft haar bron niet verlaten. Ze zal niet langer blijven bestaan dan de gedachte die haar heeft voortgebracht wordt gekoesterd. Wanneer de gedachte van afgescheidenheid gewijzigd is in een van ware vergeving, zal de wereld in een heel ander licht worden gezien, een dat tot de waarheid leidt, waarin heel de wereld met al haar dwalingen zal verdwijnen. Nu is haar bron verdwenen en zijn haar gevolgen dat eveneens.
Mogelijk ben je als je de eerste keer oefent met deze vragen een beetje verbaasd over het gegeven dat de inleiding bij de vraag zelf redelijk expliciet of duidelijk is, maar dat daarop volgend de 10 volgende lessen niet zo een expliciete verwijzing naar deze vraag maken. Maar het leren met Een cursus in wonderen gaat nu eenmaal niet op de voor ons zo gebruikelijke manier. De Cursus dient ten slotte los te maken en te verwijderen en niet zozeer iets toe te voegen. Dus blijft de werking van de lessen vaak subtiel en soms zelfs ogenschijnlijk verborgen, omdat de niet zo zeer werkt met hetgeen waarvan wij ons bewust zijn, maar met de diepere laag die juist nog in ons onderbewustzijn het licht blokkeert.
Het kan daarom geen kwaad om met regelmaat bij deze lessen tijd te nemen om even terug te kijken. Dit terugkijken is dan niet een terugkijken in de vorm van een herhaling, maar juist een innerlijk voelen en ervaren in welke mate vrede, vertrouwen, blijdschap meer zichtbaar is geworden. Ik verwonder mij juist vaak in deze momenten van innerlijke reflectie over mijn eigen constatering van het geven dat er weer zoveel meer duidelijk en zichtbaar is geworden.
De afgelopen maand werd mijn leren met Een cursus in wonderen weer krachtig ondersteund door enkele satsangs van Mooji. Het is elke keer weer heerlijk om te voelen hoe al het leren van de Cursus zo wordt bekrachtigd en verheldert. Daarnaast leidde het zien van de satsangs deze keer ook tot het lezen van een boek van Papaji en van Ramana Maharshi.
Het boek van Papaji bevatte eigenlijk de hele Cursus, maar dan natuurlijk wel in een andere bewoording. Met het doortrekken van de lijn van Mooji naar Papaji naar Ramana Maharshi werd nog eens een keer duidelijk hoe het ego kan worden ontkrachtigd met het zelf onderzoek dat juist ook zo door de Cursus wordt gestimuleerd. Dit zien wij vooral terug in de lessen waar ons wordt gevraagd om even een stap terug te zetten van de wereld en zo met lege handen in de stilte te staan.
En wij zien dit terug in de inleiding van deel II van het studieboek die start met de volgende zin:
Woorden zullen nu maar weinig meer betekenen.
Zo worden wij uitgenodigd om zoveel als mogelijk of noodzakelijk onze tijd in stilte door te brengen. Dat dit niet betekent dat je daarvoor dan ook de hele dag stil zou moeten zitten, is iets dat vraagt om enige ervaring en geduld. Maar daar waar de identificatie met het lichaam wordt losgelaten, zal ook de ervaring kunnen komen dat stilte altijd mogelijk is en dus niet afhankelijk is van wat er ondertussen met het lichaam gebeurd.
Deze ervaring die zich bij mij juist afgelopen maand prominent vertoonde gaf aanleiding tot de wijziging van een lang volhardend beeld. Want er was nog steeds een gedachte dat er eerst nog iets zou moeten gebeuren, voordat ik werkelijk zou kunnen ontwaken. Wat dit iets zou moeten zijn wist ik vervolgens niet precies. Maar aan het eind van deze maand was dit volhardende beeld verdwenen. Innerlijk verscheen nu voor het eerst heel helder en heel zacht de gedachte:
Ik ben er klaar voor.
Wachten hoef ik dus niet meer.