Mijn werk biedt mij (gelukkig) veel oefenstof. Als leslokaal is werk dan ook een prima plek om de lessen van de Cursus toe te passen. Want in een omgeving die vol zit met deadlines, reorganisaties, kans op fouten, doemt het ego regelmatig op om ook zijn mening over dit werk te uitten. Mijn oefening is steeds weer - ook gedreven door mijn dagelijkse oefening met de werkboek lessen - om een stap terug te doen en zo vanuit de plek van vrede en rust, samen met de Heilige Geest te kijken.
Ah, kijk, ik maak mij zorgen of het lukt om mijn werk op tijd af te hebben. Ah, kijk, ik vraag mij af of de aangekondigde reorganisatie mijn baan bedreigd. Ah, kijk, ik mis controle over wat ik nog moet doen voor de toekomstige wijziging van een rapportage.
In het kijken met de Heilige Geest merk ik veelal op hoeveel druk en spanning er wordt gezet en hoe dit soms een gevoel geeft van enorme verkramping in mijn lichaam.
De neiging is groot om iets te gaan doen, om die spanning weg te krijgen. Om de discussie met het ego aan te gaan, en daarbij te bewijzen dat het allemaal niet zo erg en zwaar is. Maar dan als ik weer even in het licht sta en zo kijk met de Heilige Geest, besef ik weer dat ik zelf niets hoef te doen. De enige vraag aan mij is om de bereidheid te hebben om al deze zaken samen met de Heilige Geest te bezien. Er voor kiezen om Hem niet buiten te sluiten.
De Cursus schrijft ook niet voor niets:
Ongedaan maken is niet jouw taak, maar het is wel aan jou dit al dan niet te verwelkomen. (T21.II.8:5)
En daar ligt vervolgens ook weer een grote uitdaging. Want waar ik steeds weer kies om te kijken, samen met de Heilige Geest, is het dus vooral die neiging om in dit kijken ook, de Heilige Geest de leiding te geven in het ongedaan maken, van wat ik zo zie. Te snel nog stap het ego hier naar voren met al zijn voorstellen om de waargenomen problemen op te lossen. Waar ik al wel leer kijken met de Heilige Geest vergeet ik ver volgens weer om Hem te volgen. Ja, het ego blijft een goede verkoper. Eerst koop ik zijn probleem en dan, als ik zie wat ik heb gekocht, kies ik ook voor zijn aanbieding om mij van dit probleem te verlossen.
Het sterkste verkoop argument van het ego en hetgeen waar hij mij steeds weer mee verleidt, is het beeld dat zijn oplossing leidt tot controle.
Werkboek lessen
De lessen van het afgelopen studieblok:
274. Vandaag behoort aan liefde toe. Laat me niet bang zijn
275. Gods helende Stem beschermt alles vandaag
276. Het is mij gegeven Gods Woord te spreken
277. Laat mij Uw Zoon niet binden door wetten die ik heb gemaakt
278. Als ik gebonden ben, is mijn Vader niet vrij
281. Niets kan mij pijn doen behalve mijn gedachten
282. Ik zal vandaag niet bang voor liefde zijn
283. Mijn ware Identiteit woont in U
284. Ik kan kiezen alle gedachten die pijn doen te veranderen
285. Mijn heiligheid straalt vandaag helder en klaar
286. De stilte van de Hemel omhult vandaag mijn hart
287. Mijn doel bent U, mijn Vader. U alleen
288. Laat me vandaag mijn broeders verleden vergeten
8. Wat is de werkelijke wereld?
291. Dit is een dag van stilheid en vrede
292. Een gelukkige afloop staat voor alles vast
293. Alle angst is voorbij, en hier is louter liefde
294. Mijn lichaam is iets volkomen neutraals
295. De Heilige Geest kijkt vandaag met mijn ogen
296. De Heilige Geest spreekt vandaag met mijn stem
297. Vergeving is het enige geschenk dat ik geef
298. Ik houd van U, Vader, en ook van Uw Zoon
In deze afgelopen maand passeren wij met onze lessen de volgende vragen:
Wat is de Christus?
1. Christus is de Zoon van God zoals Hij Hem geschapen heeft. Hij is het Zelf dat wij delen, dat ons met elkaar verenigt, en tevens met God. Hij is de Gedachte die nog steeds woont in de Denkgeest die Zijn bron is. Hij heeft Zijn heilige woning niet verlaten, noch de onschuld verloren waarin Hij geschapen werd. Hij woont voor eeuwig onveranderd in de Denkgeest van God.
Wat is de Heilige Geest?
1. De Heilige Geest bemiddelt tussen illusies en de waarheid. Aangezien Hij de kloof tussen werkelijkheid en dromen moet overbruggen, leidt waarneming tot kennis dankzij de genade die God Hem gegeven heeft, als Zijn geschenk aan ieder die zich voor de waarheid tot Hem wendt. Over de brug waarin Hij voorziet worden alle dromen tot de waarheid gebracht, om ten overstaan van het licht van de kennis te worden verdreven. Daar worden beelden en geluiden voor eeuwig terzijde gelegd. En waar die tevoren werden waargenomen, heeft vergeving een vredig einde van alle waarneming mogelijk gemaakt.
Wat is de werkelijke wereld?
1. De werkelijke wereld is een symbool, zoals al het overige wat waarneming te bieden heeft. Toch staat ze voor iets wat tegengesteld is aan wat jij hebt gemaakt. Jouw wereld wordt gezien door ogen vol angst en levert je denkgeest de bewijzen van verschrikking. De werkelijke wereld kan alleen waargenomen worden met ogen die door vergeving zijn gezegend, zodat ze een wereld zien waarin verschrikking onmogelijk is en bewijzen voor angst niet kunnen worden gevonden.
Wat is de Wederkomst?
1. De Wederkomst van Christus, die zo zeker is als God Zelf, is niets dan de correctie van vergissingen en de terugkeer van innerlijke gezondheid. Ze maakt deel uit van de toestand die terugbrengt wat nooit verloren was, en opnieuw bekrachtigd wat voor eeuwig en altijd waar is. Het is de uitnodiging aan Gods Woord om de plaats van illusies in te nemen, de bereidwilligheid om vergeving op alles te laten rusten, zonder uitzondering en zonder voorbehoud.
Elke keer als ik weer oefen met de werkboek lessen wordt ik weer verrast door zinnen die opeens naar voren stappen. Ja, natuurlijk stonden die zinnen er ook, toen ik de betreffende werkboek les voor de eerste keer las. Maar het lijkt als of deze zin nu pas voor het eerst echt door mij wordt gezien en gelezen.
Het is daarom ook niet voor niets dat de Cursus in haar tekstboek en werkboek steeds weer herhaald en daarbij vaak ook weer kiest voor een net iets andere invalshoek om het geen wat geleerd mag worden te benaderen. Sommige lessen in het werkboek dragen zo zelfs de zelfde titel (Ik ben zoals God mij geschapen heeft).
Ook in dit deel van het werkboek dat steeds start met een centrale vraag, zie je zo lessen die zich op het zelfde richten, terug komen (274. Vandaag behoort aan liefde toe, laat ik niet bang zijn - 282. Ik zal vandaag niet bang voor liefde zijn).
Al dit herhalen, het steeds weer benaderen van het zelfde via een andere invalshoek, het steeds maar weer bekrachtigen van wat Waarheid is, toont ons slechts hoe sterk wij de illusie van afgescheidenheid zijn gaan geloven. Een ieder die de Cursus voor de eerste keer in handen krijgt, zou eigenlijk na het lezen van de eerste paar zinnen, direct een gat in de lucht moeten springen en daarbij meteen ook alle illusies achter zich kunnen laten.
Dat dit niet gebeurd, toont ons uiteindelijk hoe angstig wij zijn voor de Waarheid, voor God. Maar doordat wij die angst niet direct aan de Waarheid, aan God verbinden, maar aan allerlei zaken in onze wereld, dient de Cursus ons eerst te laten zien, dat alles waarvan wij dachten dat het ons angst geeft, niet werkelijk is. Pas dan kan de Cursus ook aan ons tonen waar de daadwerkelijke bron van onze angst is. Om daarop volgend, ons te leren, dat deze angst zich nergens op baseert.
Na het lezen van het boek 'Er moet een betere manier zijn!' van Fokke Slootstra, kom ik opeens uit bij het besef dat het voor de denkgeest helemaal niet erg is dat DIT allemaal maar een droom is. Voor de persoon in de droom is dit natuurlijk anders, want voor hem of haar is het hele bestaan afhankelijk van de droom.
Dan lees ik les 294. Mijn lichaam is iets volkomen neutraals en komt het tweede deel opeens helemaal binnen:
2. Mijn lichaam, Vader, kan Uw Zoon niet zijn. En wat niet geschapen is, kan zondig noch zondeloos zijn, goed noch slecht. Laat me deze droom dan gebruiken om bij te dragen aan Uw plan, opdat we ontwaken uit alle dromen die wij hebben gemaakt.
Laat dit dus allemaal maar gewoon een droom zijn, maar kies er wel voor dat deze droom wordt gebruikt om bij te dragen aan God's verlossingsplan. Ik val helemaal stil in het besef dat ik - door het ego ingegeven - mij zo volledig richt op het ontwaken. Maar het ongedaan maken en dus ook het ontwaken, is niet mijn taak. Ik hoef het ongedaan maken en dus het ontwaken, alleen maar te verwelkomen.
Niet voor niets sluit de toelichting op de vraag 9. Wat is de Wederkomst? af met het volgende:
5. Bid dat de Wederkomst spoedig mag zijn, maar laat het daar niet bij. Ze heeft jouw ogen en oren en handen en voeten nodig. Ze heeft jouw stem nodig. En bovenal behoeft ze jouw bereidwilligheid. Laten we ons erin verheugen dat we Gods Wil kunnen doen, en ons verenigen in het heilig licht daarvan. Zie, de Zoon van God is één in ons, en door Hem kunnen we de Liefde van onze Vader bereiken.
En waar ik met mijn gebed de Wederkomst uitnodig en zo de Heilige Geest verwelkom, maakt mijn keuze om mijn droom te gebruiken om bij te dragen aan God's verlossingsplan zo dat ik mijn bereidwilligheid geef aan God's Heilige Geest. Hij mag deze droom gebruiken om mij de tonen dat mijn vreugde ligt in het doen van Gods Wil.