Voor corona, de Cursus. Tijdens Corona, de Cursus. Na corona, de Cursus.
Als mijn studie van de Cursus mij één ding leert in deze afgelopen studiemaand dan is het wel dat alleen de waarheid waar is en dat de waarheid nooit verandert. Het is juist ook alle hectiek van deze afgelopen maand van ervaringen die mijn verlangen naar de onveranderlijke staat nog meer doet groeien. Daarnaast lijkt juist ook door alle hectiek het zicht op de waarheid, onze onveranderlijk staat van zijn, nog makkelijker te vinden en te bereiken, mits ik daartoe de keuze maken. Want het is daarnaast zeker ook net zo makkelijk om je zelf te verliezen in alle wilde stromingen die in deze tijd aan ons voorbij trekken.
Op het moment dat ik dit schrijft besef ik eens te meer dat het zelf waarmee ik mij nog veelvuldig identificeer, niet de waarheid kan zijn omdat dit zelf zo veranderlijk is. Het gegeven dat ik kan spreken van een groeiend verlangen, toont dit ook aan. Want daar waar de waarheid nooit verandert, God nooit verandert, verandert ook de Zoon van God nooit en daarmee dus ook niet mijn ware Zelf. Wel zet ik met goede hoop mijn leren voort juist ook omdat mijn bereidheid groeit om al hetgeen dat geen waarheid is, mijn zelf inclusief, te vergeven aan de Heilige Geest.
Ook groeit mijn geduld nog meer tot de oneindigheid die wordt gevraagd, doordat dit groeiende geduld wordt vergezeld door een vertrouwen dat dit leerpad, eindig is. De teleurstelling die ik kreeg na 1 jaar studie van het werkboek, in het besef dat ik hiermee nog niet mijn leren had volbracht verandert daarmee ook in het plezier van het zetten van de stappen van de dag.
Werkboek lessen
De lessen van het afgelopen studieblok:
122. Vergeving biedt alles wat ik wens
123. Ik dank mijn Vader voor Zijn gaven aan mij
124. Laat me mij herinneren dat ik één ben met God
125. In stilte ontvang ik vandaag Gods Woord
126. Al wat ik geef, is aan mijzelf gegeven
127. Er is geen Liefde dan die van God
128. De wereld die ik zie bevat niets wat ik verlang
129. Voorbij deze wereld is een wereld die ik verlang
130. Het is onmogelijk twee werelden te zien
131. Niemand kan falen die tot de waarheid tracht te komen
132. Ik bevrijd de wereld van al wat ik haar heb toebedacht
133. Ik zal geen waarde geven aan wat geen enkele waarde heeft
134. Laat me vergeving zien zoals ze is
135. Als ik me verdedig, wordt ik aangevallen
136. Ziekte is een verdediging tegen de waarheid
139. Ik aanvaard de Verzoening voor mijzelf
140. Alleen van de verlossing kan worden gezegd dat ze geneest
141. (121 - 122)
142. (123 - 124)
143. (125 - 126)
144. (127 - 128)
145. (129 - 130)
146. (131 - 132)
147. (133 - 134)
148. (135 - 136)
149. (137 - 138)
150. (139 - 140)
Het is al heel wat om dat wat de wereld biedt, in twijfel te durven trekken. Maar nu laat de Cursus ons zien dat we niet alleen moeten twijfelen aan de wereld, maar ook moeten leren om in te zien dat de wereld die wij zien, helemaal niets bevat dat wij werkelijk verlangen. Daarmee stimuleert de Cursus niet zozeer ons onderzoek, naar de wereld, maar vooral ons onderzoek naar onze verlangens.
Verlangens die niet op waarheid zijn gebaseerd, maar voortkomen uit de overlevingsdrang die het ego stimuleert, dienen te worden vergeven, voordat het mogelijk wordt om ook de wereld te vergeven en daaraan voorbij te kunnen gaan. Dus leert de Cursus ons hier ook wat vergeving werkelijk is en hoe wij ons ondertussen nog steeds blijven verdedigen tegen de waarheid die wij met onze niet vergeven gedachten in alle kracht uit onze denkgeest pogen te weren.
Maar wij zijn in staat om te kiezen en zijn ook de enigen die voor ons zelf die keuze kunnen maken. Dus leert de Cursus ons dat wij zelf mogen beslissen, dat dit onze macht is en wij dus zelf ook kunnen kiezen voor de Heilige Geest in plaats van het ego.
Maar daarvoor moeten wij dus wel eerst leren wat wij werkelijk verlangen en dat verlossing alleen in staat is om dit verlangen te vervullen. Wij zullen uiteindelijk - ieder voor zich - de waarheid in onze denkgeest moeten uitnodigen door de Verzoening voor ons zelf te aanvaarden.
Terwijl ik mag oefenen met vergeving en verzoening wordt of zal ik zeggen laat ik mij bij twee internet aankopen, oplichten. Natuurlijk is hier de ik die wordt opgelicht niet mijn ware Zelf die nog immer los staat van dit alles. Wel geven deze voorvallen aanleiding tot een stroom van gedachten in mijn denkgeest. Verdediging en aanval lijken nu verantwoord, maar ik merk dat ik niet direct in dit soort gedachten gevangen zit.
Als ze komen neem ik ze wel waar, maar kies ik steeds weer ervoor om niet het pad op te gaan, waartoe zij mij uitnodigen. Ik zie dat er vrede is, naast de tumult die deze gedachten in mijn denkgeest maken. Ik zie dat er vrede is en kies keer op keer voor die vrede. De gedachten verdwijnen weer om dan later weer terug te komen. Hier wordt dus duidelijk mijn geduld op de proef gesteld. Heb ik al werkelijk het vertrouwen dat deze gedachten uiteindelijk zullen verdwijnen zolang ik ze maar steeds weer blijf vergeven.
De macht om te beslissen is aan mij laat mij nu zien dat ook geduld en vertrouwen voortkomen uit een beslissing. En waar het ego mijn geduld en vertrouwen verzwakt door mij te doen geloven dat ik steeds weer over iets anders moet beslissing, maakt de Heilige Geest mij hier duidelijk dat beslissen eenduidig is. Ongeacht de vorm waartoe mijn beslissing dient geeft mijn beslissing altijd slechts antwoord op de vraag of ik kies voor de Heilige Geest of voor het ego.
En zo laat elke beslissing die ik neem mij steeds weer zien of ik daadwerkelijk de Verzoening voor mijzelf aanvaard.