· 

2020-06 ECIW studiegroep reflectie




Het lijkt wel steeds moeilijker te worden om na één maand studeren en oefenen met de lessen van het werkboek, in de reflectie daarop zaken te benoemen die in de afgelopen maand echt uitsteken boven alle ontwikkeling. In de eerste jaren van mijn studie kreeg ik inzichten die ook echt een ervaring van een enorme doorbraak, gaven. Nu, in dit zevende jaar dat ik nu oefen met de lessen, wordt alles nog subtieler.

 

Vanuit een redelijk constante vrede die ik ervaar en waarvan ik inmiddels ook wel weet dat die altijd aanwezig is, kan ik alleen maar benoemen dat elke verstoring, hoe klein die ook mag lijken, meteen een grootse onrust geeft. Hierdoor kom ik wel steeds sneller op het punt waarop ik bereid ben om opnieuw te kiezen. Om dus niet met ver mee te gaan in de gedachten waarmee het ego - toch nog steeds - poogt mij weer van dit pad af te leiden.

 

In die zin ervaar ik dus niet alleen een redelijk constante vrede, maar ook een redelijk constante keuze voor de Heilige Geest in plaats van voor het ego, nou ja, redelijk constant dus in de steeds kortere tijd waarin ik op mijn keuze voor het ego terug kom en daarmee ook meteen weer terug kom in vrede. Wel wordt mijn aandacht de laatste tijd veelvuldig gegrepen door de vraag, hoe het toch kan dat ik, ook met alles wat ik heb mogen leren en ontvangen, nog steeds kan kiezen voor het ego?

 

Als ik dit opschrijf bedenk ik mij dat dit een vraag is op het niveau van, waarom is het ego ooit ontstaan? En dan met het beeld, zoals de Cursus het ook geeft, dat het ego nooit werkelijk is ontstaan, kan ik dus alleen maar constateren dat ik niet zozeer moet zoeken naar een antwoord op mijn vraag, maar mij moet richten op het besef dat deze vraag niet kan bestaan.


Werkboek lessen

De lessen van het afgelopen studieblok:


Deze afgelopen studiemaand bevat een aantal fantastische lessen. Maar laten we eerst nog even stil staan bij hetgeen staat geschreven in de inleiding van Herhaling V:

 

Laten we ons hart verheffen van de stof naar het leven, terwijl we ons herinneren dat dit ons is beloofd, en dat deze cursus gezonden werd om het pad van licht voor ons te ontsluiten, en ons stap voor stap te leren hoe we terug kunnen keren naar het eeuwige Zelf dat we dachten te hebben verloren.

 

Nergens in de Cursus staat duidelijker omschreven waarom de Cursus ons is gegeven.

 

Nergens anders ook dan in de toelichting op Les 158. Vandaag leer ik te geven zoals ik ontvang, staat beschreven wat dit leven is dat we nu beleven:

 

4. Tijd is een kunstgreep, een goocheltoer, een immense illusie waarin figuren als bij toverslag komen en gaan. Toch zit er een plan achter alle verschijningsvormen dat niet verandert. Het draaiboek is geschreven. Wannéér ervaring een eind komt maken aan jouw twijfelen staat vast. Want wij zien de reis slechts vanaf het punt waarop ze eindigde en kijken erop terug, terwijl we ons inbeelden dat we haar nog eens maken; en we zien mentaal opnieuw wat is voorbijgegaan.

 

En tegelijkertijd geeft les 155. Ik doe een stap terug en laat Hem de weg wijzen en duidelijke instructie om hoe in dit leven te staan:

 

1. Er is een manier om in de wereld te leven die niet van deze wereld is, ook al lijkt ze dat wel te zijn. Je verandert niet van uiterlijk, hoewel je vaker glimlacht. Je voorhoofd is sereen, je ogen staan rustig. En degenen die door de wereld gaan zoals jij herkennen hun gelijken. Maar ook degenen die de weg nog niet hebben gezien herkennen jou, en geloven dat jij bent zoals zij, zoals je vroeger was.

 

Maar dit alles vraagt wel dat wij eerst de Verzoening voor ons zelf aanvaarden. Want zolang wij dit nog steeds uitstellen, geven wij het ego keer op keer de mogelijkheid om ons weer van dit pad af te leiden. Gelukkig houdt de Cursus ook steeds rekening met dit nog aanwezige verlangen om te zoeken naar een compromis tussen waarheid en illusie. Vandaar ook dat zij nu met de start van de laatste lessen van deel I van dit studiejaar, zich gaat richten op onze grootste overtuiging en daarmee ook de grootste blokkade op ons pad naar vrijheid. De overtuiging dat wij een lichaam zijn.


 

Afgelopen maand zag ik in dat ik niet meer wist wat in nog te leren heb. Meteen daarop bedacht ik mij dat dit eigenlijk wel prima is. Want nu ik zelf niet meer weet wat ik nog moet leren, heb ik eindelijk ook de ruimte en de wil om gewoon aan de Heilige Geest te vragen wat het is dat ik (nog) kan leren. In die zin oefenen ik nu met de lessen zonder vooraf te bepalen wat zij mij op zouden moeten leveren. Wat kan je nog verlangen als je eenmaal weet dat (echt) alles je gegeven is.

 

Dus vraag ik met nog meer bereidheid aan de Heilige Geest of hij de weg wil leiden en of hij mij kan vertellen wat te doen. Soms geeft dit - voor het ego - niet altijd een hou vast want op het moment dat ik aan de Heilige Geest vraag of ik nu beter mijn vakantie naar Spanje deze zomer, kan annuleren en in plaats daarvan een vakantie kan boeken naar een verblijf in Nederland, blijft de Heilige Geest stil, wat mij alleen maar doet vermoeden dat dit hem helemaal niet uit maakt.

 

In ons leren met de Heilige Geest gaat het uiteindelijk ook niet om wat wij doen, maar om hoe wij ons zelf in dit doen ervaren. En nog belangrijker natuurlijk, of wij in dit doen blijven luisteren en geloof blijven hechten aan al het gemekker en gekwel van het ego - die toch overal wel een mening over heeft - of er toch voor kiezen om geen geloof meer te hechten aan deze gedachten en ze dus gewoon, zonder onze bemoeienis, voorbij te laten trekken.

 

Het is juist deze ervaring, dat de ego gedachten slechts komen om weer te gaan, die ons uiteindelijk zal leren dat wij nergens tegen hoeven te strijden, dat wij ons ook niet hoeven te verzetten, dat wij in vertrouwen, verdedigingslood kunnen zijn. Zo zullen wij uiteindelijk leren dat vrede er altijd is en dat er niets kan komen dat werkelijk in staat is om deze vrede te bedreigen. Vrede wordt daarmee een gegeven dat ook werkelijk kan worden ontvangen om daarna in liefde weer te geven aan een ieder die nog niet in dit besef verkeert.