· 

2020-09 ECIW studiegroep reflectie




Waar ik met regelmaat wordt gevangen door de gedachte dat ik geen enkele vooruitgang boek. Dat blijft toch wel een leuke truc van het ego..... wordt ik deze afgelopen maand vooral gegrepen door een beeld van vooruitgang die heel subtiel is. Ik maakt dat ik in de momenten dat ik dit ervaar vrijwel niet in staat ben om te beschrijven wat er gebeurd. Het enige dat ik in die momenten wel kan noemen is dat ik een groeiende vrede ervaar.

 

Zo mocht ik terwijl ik zelf via Zoom een online lezing gaf, ervaren hoe ik vrede heb met het gegeven dat ik dit allemaal leren mag. Die vrede vormt zich allereerst dan door een enorme dankbaarheid dat ik juist in de tijd van onstuimigheid de Cursus heb om mee te mogen reizen en oefenen. Maar de vrede kwam nu juist nog meer in het mij zelf toestemming geven dat ik mag leren. Ik hoef het allemaal niet al te weten. Ik ben student en eigenlijk pas net bewust gestart met deze oefening van mijn denkgeest.

 

Tegelijkertijd mag ik, juist ook met de lessen van deze afgelopen maand weer opnieuw ervaren hoe mijn ontwikkeling zich over de afgelopen studiejaren, voort zet. Daar waar ik soms wel eens benoem dat de opzet van het tekstboek er één is van introductie, herhaling, verdieping, uitbreiding, kan ik - nu ik dit zo schrijf - ook alleen maar zien dat mijn leerproces ook zo verloopt.

 

Ik herhaal, vind verdieping en ervaar zo uitbreiding. Dat deze laatste zich uiteindelijk tot in de oneindigheid uit zal strekken, is iets wat ik begrijp en waar ik een groot verlangen voor koester. Maar ik heb tijd en zodoende wordt mijn inzet niet zozeer gedreven door enthousiasme maar meer door een zekerheid dat de vrede die ik vind en die zich steeds verder uitbreid, slechts de ontdekking is van dat wat reeds voorhanden is.


Werkboek lessen

De lessen van het afgelopen studieblok:



Met de hoofdvragen van de afgelopen lessen gaat de Cursus van illusie naar de waarheid. Zo leren we over de illusie van de wereld, de illusie van zonde, de illusie van het lichaam om dan uit te komen bij de werkelijkheid van Christus.

 

Het aanleren van ware waarneming, waar het tweede deel van het werkboek zicht op richt krijgt inhoud met de oefening met gedachten die onze denkgeest los wrikken van de gedachten van het ego. De ego gedachten zijn er slechts op gericht om ons te kluisteren, onze aandacht steeds weer te vangen en ons zo dus lange tijd af te leiden van het zicht op de waarheid die die nog immer achter alle illusies bevindt.

 

Wat is de wereld?

1. De wereld is onjuiste waarneming. Ze is uit dwaling voortgekomen en heeft haar bron niet verlaten. Ze zal niet langer blijven bestaan dan de gedachte die haar heeft voortgebracht wordt gekoesterd. Wanneer de gedachte van afgescheidenheid gewijzigd is in een van ware vergeving, zal de wereld in een heel ander licht worden gezien, een dat tot de waarheid leidt, waarin heel de wereld met al haar dwalingen zal verdwijnen. Nu is haar bron verdwenen en zijn haar gevolgen dat eveneens.

 

Wat is zonde?

1. Zonde is waanzin. Het is het middel waarmee de denkgeest tot waanzin wordt gedreven en probeert illusies de plaats te laten innemen van de waarheid. En in zijn waanzin ziet hij illusies waar de waarheid hoort te zijn, en waar die in werkelijkheid ook is. Zonde heeft het lichaam ogen gegeven, want wat is er dat de zondelozen zouden willen zien? Welke behoefte hebben zij aan beelden of geluiden of aanrakingen? Wat zouden ze willen horen of waar zouden ze naar willen grijpen? Wat zouden ze überhaupt zintuiglijk willen waarnemen? Zintuiglijk waarnemen is niet kennen. En de waarheid kan alleen met kennis zijn gevuld, en met niets anders.

 

Wat is het lichaam?

1. Het lichaam is een hek dat de Zoon van God zich verbeeldt te hebben neergezet om delen van zijn Zelf af te scheiden van andere delen. Binnen dit hekwerk denkt hij te leven, om te sterven als dat afbrokkelt en uiteenvalt. Want binnen dit hek denkt hij dat hij voor de liefde veilig is. Omdat hij zich vereenzelvigt met zijn veiligheid, beschouwt hij zichzelf als datgene wat zijn veiligheid uitmaakt. Hoe zou hij er anders zeker van kunnen zijn dat hij binnen het lichaam blijft en de liefde buiten houdt?

 

Wat is de Christus?

1. Christus is de Zoon van God zoals Hij Hem geschapen heeft. Hij is het Zelf dat wij delen, dat ons met elkaar verenigt, en tevens met God. Hij is de Gedachte die nog steeds woont in de Denkgeest die Zijn bron is. Hij heeft Zijn heilige woning niet verlaten, noch de onschuld verloren waarin Hij geschapen werd. Hij woont voor eeuwig onveranderd in de Denkgeest van God

 

De oefeningen met gedachten bij de vraag Wat is de Christus, tonen ons niet alleen welke werkelijkheid en heerlijk in ons ligt, maar sporen ons ook aan om onze denkgeest te onderzoek op gedachten die voor het besef van dit werkelijke en heerlijke, staan. Hoe kan het toch zo zijn dat we nog immer keer op keer kiezen voor illusies in plaats van voor onze werkelijkheid. Dat kan alleen maar een vergissing zijn. 

 

Maar, het blijft een keuze. Toch vergt het enige tijd om allereerst überhaupt te begrijpen dat het een keuze is. En dat kan alleen maar worden gezien door onze angsten onder ogen te krijgen. Angst is het middel dat het ego gebruikt om onze aandacht steeds weer naar buiten te richten. Want niemand wil zo maar, oog in oog met zijn angsten staan. Maar met de hulp van de Heilige Geest en zijn woorden die wij met deze Cursus mogen horen, zal dit zeker mogelijk worden.


Deze Cursus weerspiegelt voor mij de potentie van volmaakte ontspanning. Het is deze potentie die mij drijft en die ik ook met regelmaat van spiegel hanteer. In mijn werk heb ik zo de ervaring van de momenten waarin ik ontspannen kan werken en de momenten waarin ik voel dat er van binnen druk wordt gezet of verkramping plaats vindt. Natuurlijk maakt dit zicht nog niet dat ik mij direct de potentie herinner. Maar het brengt mij wel steeds meer tot de vraag, waarom ik in deze momenten toch steeds weer kies voor iets anders als de waarheid.

 

Eerlijkheid is daarbij voor mij geboden om werkelijk te ontdekken wat er gaande is. Vaak ook heb ik niet direct de zin om deze eerlijkheid toe te passen. Want in de meeste gevallen maakt deze eerlijkheid dat ik en stap terug zal moeten zetten en niet langer meer een strijd moet voeren voor mijn gelijk. Het blijft vreemd dat het hebben of krijgen van gelijk, het strijden of wel verdedigen daarvan, zo een grote aantrekkingskracht op ons uitoefent. Maar gelijk maat speciaal, maakt mij goed en jou fout, en bekrachtigd daarmee dus juist de afscheiding. En daar is dan weer eerlijkheid voor nodig om dat ook onder ogen te willen zien.

 

Te vaak heb ik de laatste tijd gelijk met een onvredig gevoel. Zo leer ik eigenlijk steeds meer dat gelijk eigenlijk heel pijnlijk is. Zou ik werkelijk mijn handen nog een volgende keer willen branden. We zullen zien. Maar ik kijk ook steeds meer met vertrouwen uit naar die potentie van volmaakte ontspanning. Bewust leg ik daarom mijn lichaam steeds weer ter ruste om dan te kijken waar ik nog vast houdt en vast zitten. Er is soms niets heerlijkers dan om zo alle spanning uit mijn lichaam te zien vloeien.

 

Nog beter is het natuurlijk als deze ervaring niet meer nodig is. Als ik uit kom op het punt dat ik kijk en niets meer zie. Als de tijd aan breekt dat zodoende waarneming geen doel meer dient. Ha, een volgende potentie die zich hier zo aan dient.